‘Dichtbij opwekken’ is een drogreden

Gepubliceerd op 5 april 2021 om 13:11

Een aantal keren zagen we uitspraken langskomen van leden van energie coöperaties. Die luidden dan als iets in de zin van “Wij zijn voor opwekking aan de bron dicht bij de gebruikers”.  Wij zijn er van overtuigd dat dat een uitspraak is die bedoeld is om een soort ‘groen waas’ te leggen over de inzet van windmolens dicht bij huizen en ze daarmee ‘goed te praten’. Hieronder analyseren we waarom het een drogreden is. Hij leidt af van de werkelijke energie problematiek en van de grote nadelen van windmolens.

  1. Dichtbij opwekken lijkt te wijzen op efficiency. Dat zou dan moeten gaan over ofwel de dikte van de kabel of de te overbruggen afstand. Als het echt alleen om ‘dichtbij’ gaat, dan gaat het dus over de lengte van de kabel. Hoe korter hoe beter. Maar ja, windmolens leveren soms niks. Dán doet die kabel van molen naar afnemer natuurlijk niks en dan moet er dus een andere kabel zijn die het overneemt. Dat klinkt niet heel efficiënt.
  2. Dichtbij opwekken lijkt te wijzen op een lagere prijs voor de afnemer. Vandaag de dag bedraagt het aandeel van transport in de energie prijs ongeveer 14%. De rest is kosten van opwekken, aangevuld met circa 50% belasting plus Opslag Duurzame Energie (ODE. Ja, we betalen allemaal al lang mee aan de ODE voor windmolens). Laten we even aannemen dat dichtbij opwekken inderdaad tot efficiency en minder kabelkosten zou leiden en dat op 10% stellen. Dan is het effect op de totale prijs dus 14% x 10% = 1,4%. Daar lever je echter aan de andere kant wel ca. 18% voor in vanwege die ODE. Ook dat klinkt niet echt efficiënt. 
  3. Dichtbij de gebruiker opwekken. Als je dat consequent door zou zetten dan zou je dat niet alleen in open gebied willen doen, maar juist in druk bevolkte gebieden. Steden en industriegebieden en zo. Want daar wordt de meeste energie gebruikt. Als het daar zou lukken om de heugelijke belofte van ‘dichtbij’ in te lossen, dat zou dat prachtig zijn (wat die belofte dan ook moge zijn). Helaas, windmolens in dicht bevolkte gebieden kan en mag niet. Geluidsnivo’s, slagschaduw en veiligheid steken daar (terecht!) een stokje voor. Dus, dan moeten de molens toch een stukkie verder op, waar minder mensen wonen. Maar ja, dan krijg je weer van die lange kabels. En die moeten dan wel fors dik zijn, anders komt er weer te weinig energie de stad in. Ok, dat klinkt dus ook niet echt efficiënt. 

Wat zou het dan toch zijn waarom ze blijven zeggen dat ‘dichtbij beter is’?